Kauwbotten en risico’s

Honden kauwen graag op een bot: het smaakt lekker en het houdt ze ook goed bezig. Het is kortom een populaire vorm van voerverrijking. De laatste tijd wordt er vooral op social media veel gepraat over zaken die mis kunnen gaan bij het geven van kauwbotten. Waaruit menigeen de conclusie trekt dat kauwbotten verboden zouden moeten worden. In het licht van de positieve effecten die kauwbotten op het welzijn van de hond kunnen hebben, vraagt dit om een zorgvuldige afweging. Op deze pagina behandelen we de genoemde risico’s.

Kauwbotten gevaarlijk?
 

1) Ziekte van Aujesky

De ziekte van Aujesky is zeer gevaarlijk voor honden. Dit virus kan aanwezig zijn in rauw varkensvlees en vormt daarmee een reëel risico. Geef dus nooit rauwe varkensbotten.

2) Problemen met de calciumhuishouding

Dit probleem wordt op een aantal sites genoemd. Botten bevatten veel calcium. Wanneer een hond dus erg veel bot te eten zou krijgen (en deze botten dus ook werkelijk op zou eten), zou de hond daardoor een overmaat aan calcium binnen kunnen krijgen. Volgens sommigen zou dit vooral bij jonge honden tot problemen kunnen leiden.

Het lichaam van een gezonde hond heeft echter een prima regelmechanisme dat de calciumopname aanpast aan de behoefte van de hond. Problemen blijken in de praktijk vooral voor te komen bij een (gecombineerde) te hoge toedracht van vitamine D3. Het is dan ook geen probleem om ook jonge honden regelmatig een bot te geven als beloning of om ermee bezig te zijn. Het is niet aan te raden om botten als hoofdvoedsel te geven.

3) Verstoppingen

Als een hond te veel bot binnenkrijgt (ook volwassen honden) kan dit leiden tot verstoppingen. Meestal is de opname van (te) veel bot al goed van te voren te zien. De ontlasting van de hond wordt dan wit en kalkachtig. Dat is dus geen teken van verstopping maar wel een teken van veel opname van botmateriaal en dus een waarschuwing. Verstoppingen zijn een risico voor de hond. Geef botten dus als lekkers en met mate.